'Don Quijote de la Mancha', de eerste moderne roman

Het schrijven van de roman 'El Ingenioso Hidalgo Don Quijote de La Mancha' heeft Miguel de Cervantes Saavedra (Alcalá de Henares 1547-Madrid 1616) wereldberoemd heeft gemaakt. Het boek is één van de literaire werken, die in de meeste wereldtalen werd vertaald, een universeel meesterwerk dus. Daarom alleen al, hoewel de schrijver meerdere, minder bekende werken op zijn naam heeft die net zo goed van een enorm hoog literair gehalte getuigen, kunnen we wel stellen dat Cervantes de belangrijkste exponent is van de Spaanse Gouden Eeuw en één van de grootste Spaanse schrijvers. Helaas heeft hij deze erkenning tijdens zijn leven niet mogen meemaken

Vernieuwing
Wat het boek 'Don Quichot van la Mancha' zo bijzonder maakt is dat het concept zo volstrekt nieuw was. Voordien was het gewoon dat romans het hele leven van de hoofdpersoon vanaf de geboorte vertelden. Cervantes begon zijn roman echter zomaar midden in het verhaal. Daardoor weet de lezer weinig over de voorgeschiedenis van de hoofdpersoon, tenminste niet wat onbelangrijk is voor de rest van het verhaal.

De roman omvat daarnaast alle genres die in de 16de eeuwse literatuur in de mode waren: de pastorale roman, Morenroman, ridderroman, satyre, de 'miscelánea' (didactische woman), etc. De schrijver laat ze op een volmaakte wijze samenvloeien binnen het centrale thema. De ridderroman, die op dat moment erg in de mode was, komt dan wel ten tonele, maar in vorm van een openlijke kritiek. Ook geeft de roman een beeld van de tijd waarin Cervantes leefde. Dat was een periode van crisis en veranderingen, waarvan sommige naar voren komen. Één van de dingen was bijvoorbeeld dat literatuur, als voorheen, steeds minder iets was dat hardop werd voorgelezen. Er bestond steeds meer de tendens om het in alle stilte en 'met de geest' te lezen. Een algemene gedachte was daarom -en Cervantes deelde die- dat dit soort 'stille' literatuur tot krankzinnigheid kon leiden. Don Quichot leest dan ook zijn boeken in stilte en wordt daar gek van.

Daarnaast heeft de roman ook iets autobiografisch. Don Quichot vertegenwoordigt op een bepaalde manier de auteur zelf: diens idealisme en hang naar avontuur, glorie en de eer. Cervantes twijfelde als jongeling niet  toen Spanje de Heilige Alliantie met Rome en andere Europese staten ondertekende, om dienst te nemen en ten strijde te trekken tegen de Turken. Zo vocht hij ook in de slag van Lepanto, waar hij hoopte roem te vergaren door moed en kracht te tonen. Iets wat hij ook deed, met als consequentie dat hij één van zijn armen zou verliezen en door de Turken krijgsgevangen zou worden genomen.

Verder is de roman geschreven in de vorm van een ontdekt manuscript. Cervantes vertelt dat hij het manuscript heeft gevonden en dat het van de hand was van ene Cide Hammete Benengeli. Het is waarschijnlijk dat Cervantes deze vorm, die reeds bekend was, gebruikt heeft vanwege zijn joodse afkomst, als eventueel alibi tegen de Inquisitie.

Cervantes was van mening dat kunst geloofwaardig moest zijn, ingegeven door een debat, dat in zijn tijd gaande was, over realisme en waarschijnlijkheid. Dit had als consequentie dat de fantastische elementen in zijn romans verklaarbaar moesten zijn. De waanzin van Don Quichot geeft de auteur een excuus om het bovennatuurlijke te gebruiken, maar juist omdat het kan worden verklaard met de rationele observaties van Sancho Panza. Dit element houdt Cervantes' literatuur door de tijden heen modern.

Het verhaal
In de 16de eeuw was de Reconquista (de Spaanse Herovering op de Moren) tot een einde gekomen. Veel soldaten waren daardoor nu zonder werk. Velen van hen sloten zich daarom aan bij de verovering van Amerika. Na een reis vol ontberingen werden ze geconfronteerd met gevaren, maar stonden hen ook avontuur, heldendaden en erkenning bij terugkeer te wachten. Velen werden beloond met adellijke titels of grond. En dit was dan ook wat Don Quichot, een heer van lage adel ('hidalgo', wat jonkheer betekent), wilde bereiken. Daartoe neemt hij Sancho Panza als page met zich mee om tegen alle mogelijke denkbeeldige vijanden te vechten.

Sancho is de trouwe metgezel van Don Quichot, maar tegelijkertijd zijn tegenpool. Hij bewondert zijn meester en blijft hem trouw tot de dood, maar geeft tevens betekenis aan diens waanzin. Hij geeft de lezer weer wat de gevaren, die zijn meester ziet, in werkelijkheid zijn: Don Quichot ziet reuzen, maar eigenlijk zijn het windmolens, nog altijd een beeld van het hedendaagse La Mancha. Ondanks datgene wat hij ziet weigert hij de waanzin van zijn meester in te zien. Hij is overtuigt van wat die hem beloofde namelijk dat hij 'een heerser over een eiland' zou worden, iets wat ridders in de boeken ook deden aan hun trouwe metgezellen indien ze uiteindelijk roem en glorie zouden bereiken. De dolende ridder was iemand die heldendaden verrichtte zonder er iets voor terug te verwachten, maar de schildknaap ontving voor zijn diensten aan de meester een beloning.

In het verhaal komt ook een denkbeeldige vrouw voor, Dulcinea genaamd. Het was de gewoonte voor een ridder om een Jonkvrouwe te hebben aan wie hij zijn daden kon opdragen. Don Quichot denkt daarbij aan een meisje uit Toboso, waar hij ooit als jongeman verliefd op was zonder dat zij dat wist, en noemt haar de 'keizerin van La Mancha'. Andere personen, die in het boek voorkomen, worden op een realistische wijze weergegeven: sommigen hebben wel wat medelijden met de 'zieke', maar de meerderheid lacht hem zonder meer uit.

Op zijn sterfbed krijgt Don Quichot zijn verstand terug en beseft hij dat zijn leven voor niets is geweest. Op datzelfde moment begint Sancho het zijne te verliezen wat stof geeft voor een vervolg, waarin Sancho burgemeester wordt van het dorp en tijdens een missie naar Madrid wordt beschuldigd voor smokkel en gevangengezet.

De auteur
Miguel de Cervantes Saavedra werd in 1547 geboren in Alcalá de Henares (Madrid) binnen een familie dat behoorde tot het laagste niveau van adel. Als kind studeerde hij bij de jezuïeten en later aan de Universiteit van Salamanca. Vervolgens nam hij dienst in het Spaanse leger en nam hij deel aan de Slag van Lepanto (1571), waarna hij door de Turken werd gevangen genomen en terecht kwam in een kerker in Argel. Negen jaar later werd hij bevrijd door de Trinitariërs. Dat waren onderhandelaars over de vrijlating van christelijke gevangenen.

Bij terugkeer in Spanje vocht hij zonder succes voor erkenning van zijn daden in de strijd. Tegelijkertijd probeerde hij weg te komen naar Amerika, waar hij niet in slaagde omdat hij daarvoor niet de benodigde reisdocumentatie kreeg. Later werkte hij als tollenaar en werd in 1597 om onbekende redenen, misschien verduistering van staatsgeld, opgesloten in Sevilla. Daar begon hij aan 'El Ingenioso Hidalgo Don Quijote de La Mancha', dat pas in 1605 zou uitkomen. Hij had toen al eerder, in 1585 'La Galatea', een pastorale roman, gepubliceerd.

Later zou Cervantes nog 'Novelas ejemplares' (1613), 'El ingenioso caballero don Quijote de la Mancha' (1615) en 'Los trabajos de Persiles y Sigismunda' (1617) schrijven. In 1616 zou hij tenslotte overlijden, zonder de erkenning, die hij zijn hele leven nastreefde, te hebben gekregen en in armoede.

Cervantes schreef behalve romans ook theater en poëzie. In het theater ontwikkelde hij de 'entremés', korte toneelstukken die tijdens de pauzes van langere toneelstukken werden gespeeld. In de dichtkunst experimenteerde hij met verschillende genres zonder hetzelfde niveau te bereiken als in zijn romans.

Lees ook: >>Cervantes, hoogtepunt van de Spaanse literatuur.

Auteurs van de illustraties (van boven naar beneden):
Paul Cézanne (1839-1906), Pablo Picasso (1881-1973), André Masson (1896-1987), Gustave Doré (1832-1883), Jan Sluijters (1881-1957), Honoré Daumier (1808-1879), Salvador Dalí (1904-1989), Julio González (1876-1942).